5 tips om goede buren te worden

Een goede buur is beter dan een verre vriend. Alleen buren kies je over het algemeen niet zelf uit. Als je allebei van goede willen bent, dan word je goede buren. En goede buren maakt dat je prettig woont. 

Tip 1: zeg hallo

Het lijkt zo simpel: zeg hallo. Het effect is groots! Kom je elkaar tegen bij de hond uitlaten, het maken van een ommetje of als je in de tuin aan het werk bent: zeg elkaar even gedag. Maak een praatje over het weer. Vraag even naar de (klein)kinderen. Een vriendelijk woord doet wonderen!

Tip 2: help elkaar

Door elkaar te helpen bij een klusje los je problemen snel op. Geen boormachine in huis? De buren hebben die misschien wel. Is je buurvrouw slecht ter been? Vraag of je een boodschap voor haar kan doen. Vakantietijd? Let op elkaars huis en geef de planten water. 

Tip 3: hou rekening met lawaai

Waarschijnlijk is dit de grootste ergenis van de buren: geluidsoverlast. Soms heb je niet door dat jij (of de kinderen) veel lawaai maken. Laat de irritatie niet oplopen, maar maak mensen er op een vriendelijke manier attent op. Hou je een feestje? Laat het de buren weten. Of nog beter: nodig ze uit! Respecteer de algemene regels: ga niet klussen op zondag en hou het rustig na tien uur 's avonds. 

Tip 4: hou je stoep netjes

Een verwaarloosde tuin of veel troep op de stoep: het doet de buurt geen goed. Ruim je spullen op. Hou je niet van tuinieren? Zorg dan dat je voortuin makkelijk te onderhouden is, maar laat het onkruid niet huizenhoog worden.

Tip 5: spelende kinderen

Natuurlijk zijn jouw kinderen de liefste van de wereld. Een beetje kattekwaad hoort er bij toch? Daar kunnen je buren andere gedachten over hebben. Laat kinderen niet voetballen tegen de gevel van de buren. Zorg dat de trampoline niet te dicht bij de schutting staat, en leer je kinderen niet te schreeuwen als ze aan het buitenspelen zijn. Toch irritaties? Laat het niet zo hoog oplopen dat je alleen nog maar op een ruziënde toon kunt praten.